Wat gebeurt er tijdens de overgang?

De overgang is onderdeel van het het ouder worden en begint meestal ergens tussen de 45 en 55 jaar. De oorzaak is de verminderde aanmaak van de vrouwelijke hormonen oestrogeen en progesteron in je lichaam. Deze verandering kan wel tien jaar duren en gaat vaak samen met allerlei klachten.

Tijdens de overgang verandert er veel in je lichaam. Dit komt doordat je hormonen steeds minder worden. Hierdoor kun je overgangsklachten krijgen zoals:

  • Opvliegers: plotseling krijg je het heel warm en begin je te zweten.
  • Nachtzweten: ’s nachts veel zweten, waardoor je wakker wordt en soms niet meer kunt slapen.
  • Slecht slapen: moeite om in slaap te vallen of vaak wakker worden.
  • Vermoeidheid: je altijd moe voelen, zelfs als je een nacht goed hebt geslapen.
  • Stemmingswisselingen: snel boos, verdrietig of prikkelbaar worden zonder duidelijke reden.
  • Concentratieproblemen: moeite hebben met nadenken, dingen onthouden of ergens je aandacht bij houden.
  • Pijn in je gewrichten of spieren: soms voelen je spieren en gewrichten stijf of pijnlijk aan.
  • Hoofdpijn: dit kan vaker voorkomen tijdens de overgang.

 

Waarom is de overgang lastig op je werk?

Als je klachten hebt door de overgang, kan werken moeilijker worden. Je kunt bijvoorbeeld merken dat:

  • Je sneller moe bent of minder energie hebt.
  • Je meer moeite hebt met concentreren of dingen onthouden.
  • Je last hebt van opvliegers, vooral in warme ruimtes of bij stress.
  • Je humeur snel wisselt, wat lastig kan zijn in contact met collega’s of klanten.

Veel vrouwen vinden het moeilijk om over deze klachten te praten. Misschien omdat ze zich schamen, of omdat ze denken dat anderen het niet zullen begrijpen. Toch kan praten juist helpen om het werken makkelijker te maken.

 

Het kan helpen om je klachten uit te leggen aan je baas of collega’s. Dit hoeft niet uitgebreid, maar je kunt bijvoorbeeld zeggen dat je soms wat meer rust nodig hebt. Samen kunnen jullie misschien kijken naar oplossingen zoals:

  1. Werktijden aanpassen: Bijvoorbeeld later beginnen als je ’s nachts slecht hebt geslapen.
  2. Extra pauzes: Vaker even rust nemen om weer op te laden.
  3. Thuiswerken: Als dat mogelijk is, kan het soms helpen om vanuit huis te werken.

 

Zorg voor een fijne werkplek

Maak je werkplek zo comfortabel mogelijk, vooral als je last hebt van opvliegers of concentratieproblemen. Denk bijvoorbeeld aan:

  1. Frisse lucht: Zorg dat er genoeg frisse lucht is, door een raam open te zetten of een ventilator te gebruiken.
  2. Lichte kleding: Draag lagen, zodat je iets kunt uittrekken als je het warm krijgt.
  3. Stille ruimte: Als je moeite hebt met concentreren, zoek dan een plek waar je rustig kunt werken.

 

Zorg goed voor jezelf

Als je merkt dat je moe of afgeleid bent, kan een korte pauze helpen. Even naar buiten gaan, wat drinken of een kleine wandeling maken, kan je hoofd weer fris maken. Probeer ook bewust adem te halen om rustiger te worden.

Het klinkt misschien simpel, maar goed voor jezelf zorgen helpt echt. Probeer:

  1. Regelmatig te bewegen: Wandelen, fietsen of een andere sport kan helpen om je beter te voelen.
  2. Gezond te eten: Veel groenten, fruit, volkoren producten en voldoende water drinken.
  3. Alcohol en cafeïne te beperken: Vooral ’s avonds, omdat het je slaap kan verstoren.
  4. Te zorgen voor een goede nachtrust: Houd een vast ritme aan, houd je slaapkamer koel en donker en verminder schermtijd voor het slapengaan.

 

Je bent niet alleen!

Heb je veel last van de overgang? Ga dan naar een huisarts. Die kan kijken of er iets is wat jou kan helpen, zoals medicijnen, hormoontherapie of andere behandelingen. Er zijn ook speciale overgangsconsulenten die je advies kunnen geven.

 

De overgang is een natuurlijke fase in je leven. Het is normaal dat je je soms minder goed voelt. Accepteer dat het niet altijd gaat zoals je wilt. Probeer kleine stapjes te nemen om je beter te voelen. Miljoenen vrouwen krijgen te maken met de overgang. Door goed voor jezelf te zorgen, te praten over wat je nodig hebt en soms wat aanpassingen te maken op je werk, kun je vaak al verschil merken. Je hoeft het niet alleen te doen, hulp vragen mag altijd!

 

Bron: RIVM